Home

Insolventie adviezen

Sinds 1977 ben ik actief als insolventie-adviseur in Nederland en België. Ik starte onder de naam “Nederlands Sanering en Bemiddelingsbureau” In 1977 was het hebben van schulden een taboe. Je ging in die tijd eerst sparen voor je iets kocht. Ik was een van de eerste insolventie adviseurs voor ondernemers in Nederland.

In 1997 starte ik het Nationaal Faillissement Preventie Instituut. Het steunpunt voor ondernemers met financiële problemen.

Financiële problemen, faillissement en schuldsanering rust een taboe. Er is sprake van valse schaamte. Het is veel verstandiger tijdig aan de bel te trekken en professionele hulp in te roepen.

Pieter Knabben

Als adviseer zal ik altijd actief blijven, ik behandel jaarlijks circa 80 dossiers. Het gaat mij allang niet meer om het geld.

Faillissement-preventie, schuldsaneringen en doorstarts van bedrijven en instellingen zijn voor mij passie en daarnaast eerlijkheidshalve toegegeven een lucratieve hobby.

 

Hoe kom ik van mijn vennootschap af?

De SeQuester regelt binnen de wettelijke kaders dat bestuurders zonder bestuurdersaansprakelijk van hun BV afkomen.

Dit is een cruciaal onderwerp voor bestuurders en commissarissen van rechtspersonen.

⦁ Turboliquidatie
⦁ Vereffening
⦁ Faillissement

Aan het einde van de levenscyclus van een B.V. wordt volgens het wettelijke systeem de vennootschap ontbonden, het resterend vermogen vereffend en vervolgens uitgeschreven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Maar wat nu als er geen baten meer zijn? Dan is er toch niets te vereffenen? En wat als het bestuur de vennootschap heeft ontbonden en dit volgens een schuldeiser onterecht is? Uit de recente rechtspraak rond dit thema blijkt dat er nogal wat voetangels en klemmen aan de liquidatie van de B.V. zijn verbonden.

De insolventie en ondernemingsrecht juristen van SeQuester zetten alle opties op een rij,. Daarbij worden recente uitspraken gebruikt, uitgesproken door Rechtbanken.
Wanneer nut en noodzaak van het voortbestaan van een B.V. niet meer aanwezig is (het statutaire doel kan niet meer worden bereikt), dan kan het bestuur de vergadering van aandeelhouders voordragen om de B.V. te ontbinden. De B.V. wordt ontbonden door het besluit van de aandeelhouders. Vervolgens kunnen zich verschillende scenario’s voordoen.
Belangrijke overwegingen voor de aandeelhouder en bestuur;
⦁ Gaan wij als bestuurders dit traject zelf uitvoeren, of
⦁ Geven wij deze opdracht aan de SeQuester?
Onderstaande informatie is belangrijk voor het nemen van weloverwogen beslissingen;

  1. Geen baten, geen schulden
    Wat is dan de situatie als er sprake is van een ‘lege’ B.V. zonder baten en zonder schulden?
    Heeft het eigenlijk geen zin om de vereffeningsfase te doorlopen. De wet bepaalt dan ook dat als de B.V. op het moment van ontbinding geen baten heeft, de B.V. onmiddellijk ophoudt te bestaan (artikel 2:19 lid 4 BW). Het bestuur doet daarvan mededeling aan het handelsregister.
    De SeQuester regelt vervolgens wat men noemt de ‘turboliquidatie’.
  2. Meer baten dan schulden
    Als er meer baten dan schulden zijn, dan volgt na het ontbindingsbesluit de vereffeningsfase. Gebruikelijk wordt het bestuur tot vereffenaar benoemd, maar in steeds meer situaties word de SeQuester aangesteld als vereffenaar. De vereffenaar is uiteindelijk de verantwoordelijke persoon voor de afwikkeling en het beëindigen van de vennootschap. Ook wel de bedrijfsbegrafenis ondernemer genoemd.
    De SeQuester treedt is als de vereffenaar van de B.V. vervolgens wordt bij de KvK gemeld dat de vennootschap is vereffening is en treedt vervolgens naar buiten met de aanduiding ‘in liquidatie’. De SeQuester maakt de baten te gelde, inventariseert wie de schuldeisers zijn en wat hun status is (preferent of concurrent) en stelt een plan van verdeling op.
    De SeQuester maakt het plan van verdeling, deponeert het vervolgens bij het handelsregister en ligt twee maanden ter inzage. In die tijd kan nog bezwaar worden gemaakt tegen het plan van verdeling. Daarna wordt door de SeQuester alles afgewikkeld volgens het definitieve plan van verdeling en worden de schuldeisers betaald. De SeQuester legt rekening en verantwoording af, keert het eventuele resterende batig saldo uit aan de aandeelhouders en deelt aan het handelsregister (KvK) mee dat de vereffening is afgerond. De B.V. houdt op dat moment op te bestaan.
    Kortom, de SeQuester en de vereffening is met de nodige wettelijke waarborgen omgeven.
  3. Meer schulden dan baten
    Mocht echter blijken er meer schulden te zijn dan baten, dan moet de SeQuester het faillissement van de ontbonden B.V. aanvragen bij de rechtbank. De rechtbank benoemt dan een curator die de failliete boedel afwikkelt volgens de regels van de Faillissementswet.
    Een uitzondering op de faillissementsaanvraag is mogelijk, wanneer alle schuldeisers instemmen met verdere vereffening. Dat is goed mogelijk, wanneer de schuldeisers de SeQuester vertrouwen dat hij de verdere verdeling van het vermogen keurig volgens de regels van de wet regelt. Om dat goed te doen, moet de SeQuester over de benodigde kennis en ervaring beschikken en goed op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen en de jurisprudentie van de insolventie- en faillissementswet. Als de SeQuester fouten maakt is de SeQuester voor de vereffening persoonlijk aansprakelijk.

Ook in dit geval is SeQuester bij de afwikkeling met de nodige wettelijke waarborgen omgeven.

  1. Geen baten, wel schulden
    De meeste rechtspraak is ontstaan in de situatie dat er (ogenschijnlijk) geen baten zijn, maar wel schulden. Ook in dat geval volgt een ‘turboliquidatie’. Aan de vereffeningsfase wordt niet toegekomen. De onbetaald gebleven crediteur heeft het nakijken. Dat kan erg onbevredigend zijn. Iedere transparantie ontbreekt, evenals de toetsing of het bestuur aan de vooravond van de turboliquidatie wel behoorlijk heeft gehandeld.
    Want toon als crediteur maar eens aan dat het bestuur van een B.V. een benadelingshandeling heeft gepleegd als je als crediteur geen inzicht hebt in de administratie. Bijvoorbeeld ‘paulianeus handelen’ (zie artikel 3:45 BW). Of ‘selectief betalen’, bijvoorbeeld als de achterstallige management fee wordt betaald uit de opbrengst van de laatste baten: het bestuur bevoordeelt zichzelf boven anderen. Dat is onrechtmatig.
    Voor een kwaadwillende bestuurder biedt de turboliquidatie dus mogelijkheden om zonder rekening en verantwoording van een B.V. (met schulden) af te komen. Dat verklaart het ontstaan van de rechtspraak. Want niet iedere schuldeiser is bereid om het ‘erbij te laten zitten’. Om alke vorm van bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen is het ook in belang van de crediteuren en/of de curator van belang dat er een onafhankelijke SeQuester wordt aangesteld bij de vereffening of de turboliquidatie van een BV.